Lieneke Dijkzeul
home
Romans
Kinderboeken
Biografie
Contact
Nieuws
Zoeken
Links

Fragment Verloren zoon

Ze liepen het pad af, de serene rust van bomen, gras en vijver was onwerkelijk. Een eend stak over, vlak voor hun voeten, niet in het minst verstoord door hun nabijheid. Het Zuiderpark was een oud park, aangelegd toen arbeidskrachten nog goedkoop waren, en nog steeds straalde het iets uit van de grandeur van die voorbije tijd. Glooiende grasvelden, imposante eiken, een theehuis, een muziektent die na langdurige verwaarlozing in oude glorie was hersteld. Een heerlijke plek, dacht Vegter. Een plaats om te picknicken, wijn te drinken en in het gras te liggen, een zondagmiddag te vermorsen.
Maar nu was er een dode man die de idylle bedierf. Hij lag op zijn rug midden op het pad, armen en benen gespreid als had hij een sneeuwengel willen maken. Wat er van zijn hoofd over was, lag voor een deel om hem heen.
Vegter hoorde Renée een geluid maken,maar hij draaide zich niet om toen zij zich omdraaide en uitbraakte wat de restanten van de pizza moesten zijn.
‘Schot hagel.’ Talsma trok zijn schouders op en stak zijn handen in zijn zakken alsof hij het koud had.
‘Van heel dichtbij.’

Terug