Lieneke Dijkzeul
home
Romans
Kinderboeken
Biografie
Contact
Nieuws
Zoeken
Links

Fragment Als padden schreeuwen

Het warme water nam de hoofdpijn niet weg maar maakte haar loom, nu alweer. Waar kwam die vermoeidheid vandaan? Misschien was het gestapelde vermoeidheid, het gevoel voortdurend tekort te schieten. Elke dag wachtten haar honderd taken die verricht moesten worden, een tredmolen waaruit geen ontsnapping mogelijk was.
Ze viel in slaap en werd rillend wakker in het afgekoelde water, liet het bad leeglopen, pakte de handdoek en begon zich af te drogen terwijl ze in de spiegel zag dat ze haar haar had moeten wassen. Hoe lang was het geleden, vier dagen, vijf dagen, een week? En deed het ertoe? Elke dag was als de vorige en zou als de volgende zijn.
Ze stapte met een been over de rand, liet de handdoek vallen en bukte zich om hem op te rapen. Haar voet gleed weg in het laagje water op de glibberige bodem van het bad, en ze tolde rond, maaiend met haar armen in een vergeefse poging haar evenwicht te bewaren. Er was een krakend geluid toen haar hoofd tegen de wastafel sloeg, en daarna opnieuw, ergens bij haar rechterheup, in de laatste seconde voor ze het bewustzijn verloor.

*

Dit alles wist ze nog, en ook wat daarna kwam, en daarna. Het was in haar geheugen geëtst omdat het blijkbaar een betekenis had. Het had te maken met een eind en een begin, maar verder dan dat kwam ze niet. Er zat niets anders op dan het steeds opnieuw te beleven. ’s Nachts, want de nacht haalde de beelden haarscherp dichtbij en zette de wereld op afstand. Ze lieten zich temmen noch sturen, die beelden; keer op keer kwamen ze terug, verjoegen de slaap, sloopten haar verdediging. Steeds naakter werd ze, steeds kleiner, als een ui waarvan de rokken een voor een werden gepeld, tot er niets over was dan de kern.
Het moest stoppen, en het had lang geduurd voor ze wist hoe.

Terug