|  
  
  
  
  
  
  
  |  Fragment Achterstallig gelukZe opende de doos, vouwde de zacht geworden
              flappen terug, en het eerste wat ze zag warende schoenen. Drie zwartfluwelen bandjes over
              de wreef, in het midden bijeengehouden door een met 
              fluweel bekleed ovaal. Vanuit de hiel ontsproot het 
              riempje dat rond de enkel liep, de fijne gespjes, goudkleurig,
              glommen nog, en de hak was even onmogelijk
              hoog als ze zich herinnerde.
 
 Als klein meisje had ze er stiekem op rondgeklost,
              mama’s houding en gebaren geïmiteerd, die volstrekt
              anders waren dan wanneer ze over de wastobbe
              gebogen stond en met rode, gerimpelde handen lakens
              uitwrong.
 Schoenen voor een zelfbewuste vrouw, symbool van
              de metamorfose die zich voltrok zodra mama ze droeg.
              Ze kwam de trap af – voorzien van lippenstift en rouge,
              haar krullen geborsteld zodat ze glansden, imitatieparels
              in haar oren, de naden van haar nylons kaarsrecht              – klikklakte over het zeil in de huiskamer, kuste haar
            kinderen gedag en liep de avond tegemoet. Meer lezen? Klik dan hier om de eerste zeven bladzijden te lezen!
 Terug
 
 |  |