Lieneke Dijkzeul
home
Romans
Kinderboeken
Biografie
Contact
Nieuws
Zoeken
Links

Interview met Lieneke Dijkzeul

'Een auteur moet niet de pretentie hebben de lezer wakker te schudden'

Kort geleden verscheen uw tweede misdaadroman Koude Lente, kunt u in een paar zinnen vertellen waar het boek over gaat?
In een paar zinnen… Joh, het boek telt 286 pagina’s! Waar het over gaat is dat mensen die naamloos, gezichtsloos zijn, het zicht verliezen op de werkelijkheid. Die mensen zijn ten diepste eenzaam en hebben geen grip meer. Zijn, juist omdat ze niemand hebben, volledig afhankelijk van anderen. Het wrange is dat die anderen zich niet om hen bekommeren. Dat leidt in Koude lente tot een hoop ellende.

Koude Lente is vooral een boek met veel maatschappelijke misstanden. Wat waren uw inspiratiebronnen? Hoe komt u tot het opnemen van zoveel verschillende misstanden?
Ik beschrijf niet maatschappelijke misstanden als doel, ik ben geen sociaal werker. Maar het is nu eenmaal zo dat misstanden boeiender zijn voor een schrijver dan de dingen die goed gaan. Iets dat goed gaat, roept geen spanning op. Behalve dat: spanning zit voor mij niet zozeer in wilde achtervolgingen en bloederige scènes als wel in de achtergronden van, bijvoorbeeld, een moord. Niet de moord zelf, maar waarom die gepleegd is, is fascinerend.
Wat me bijzonder intrigeert is dat wij, met al onze moderne communicatiemiddelen, steeds meer moeite lijken te hebben met werkelijk onderling contact. We sms’en ons suf, maar zien elkaar niet echt. Het is alsof we steeds egocentrischer worden.

Vindt u dat er veel mis is in Nederland en zo ja, wat? Hebt u met uw boek de lezer willen wakker schudden? Of is het boek alleen maar ter vermaak?
Ik denk niet dat er in Nederland meer mis is dan in de ons omringende landen. Wat me wel opvalt is dat we onze spreekwoordelijke nuchterheid hebben verloren. Elk onderwerp, hoe klein ook, wordt opgeblazen. De televisie staat bol van de leedprogramma’s; elke kwaal, en zelfs de dood, moet in beeld worden gebracht, niets is meer privé. Het tegenstrijdige is dat al die aandacht heel vluchtig is – morgen is er nieuw leed, nog schokkender, nog realistischer vertoond. We kunnen het niet meer behappen. We zijn betrokken, maar het enorme aanbod stompt ons af.
Ik geloof dus ook niet dat een auteur de pretentie moet hebben de lezer wakker te schudden. De lezer ís wakker, maar hij krijgt zoveel aangeboden dat het niet meer te verwerken is. En inmiddels vinden we dat normaal. In Koude lente probeer ik daar iets van te laten zien. Groter is de taak van een schrijver niet.

Uw boek is in zekere zin een politieroman, een psychologische thriller en/of een literaire thriller. Met welke genre/subgroep zou u zich zelf het beste kunnen identificeren en waarom?
Koude lente is, denk ik, zowel een politieroman als een psychologische thriller. Het begrip ‘literaire thriller’ is uitgehold. Ik laat het graag aan de lezer over om te beoordelen of het boek die kwalificatie verdient.

U gaf al eens aan dat Paul Vegter en enkele andere personages zijn gebaseerd op mensen uit uw omgeving (denkend aan onder andere de lerares van de basisschool en uw dochter.) Zitten er nu ook weer personages in het boek die een beetje biografisch zijn en zo ja kunt u daar wat meer over vertellen?
Nee, in Koude lente zitten geen personages uit mijn persoonlijke levenssfeer. Ik zou bijna zeggen: gelukkig niet. Dat neemt niet weg dat je je ogen en oren openhoudt, kranten en andere media goed volgt. Sommige dingen beklijven, en daar geef je dan je eigen draai aan. Daarin ben ik bepaald niet uniek, ik denk dat de meeste (thriller)schrijvers dat doen.

Uw eerste misdaadroman is zeer goed ontvangen, onder andere 4 sterren in de VN thrillergids en een nominatie voor de Vlaamse misdaadroman prijs Diamanten Kogel, had u dat verwacht? Geeft dat u meer stress omdat de verwachtingen voor Koude Lente hoog liggen door de goede waarderingen van uw vorige boek? Bemoeilijkt dat het schrijven en zo ja, hoe gaat u hier mee om?
Ik had zeker niet zulke positieve reacties verwacht. Vergeet niet dat ik vanuit de kinderboeken een heel nieuwe wereld binnenstapte. Spannend, maar toch een gok. Ik was op veel voorbereid, maar niet op zo’n enthousiaste ontvangst. Dat was een warm bad. Maar ook warme baden koelen af, en het is aan de schrijver er weer heet water aan toe te voegen. Min of meer tot mijn verbazing heeft het succes van De stille zonde niet het schrijven van Koude lente bemoeilijkt. Pas nu ook dit tweede boek zo goed wordt ontvangen, realiseer ik me dat de lat niet hoger moet worden gelegd dan reëel is. Maar uit ervaring weet ik dat die druk, gelukkig, afneemt zodra een nieuw boek je opslokt.

U werd onlangs door een recensent de Nederlandse Mankell genoemd, ziet u dat als een compliment? En vindt u de vergelijking zelf kloppen? Hebt u überhaupt boeken van Mankell gelezen en zo ja wat vindt u van zijn werk?
Natuurlijk is de vergelijking met Mankell vleiend, wat dacht je? Of het klopt, vind ik zelf moeilijk te beoordelen. Wallander en Vegter hebben dingen gemeen, al was het maar hun leeftijd en persoonlijke omstandigheden, maar toch zijn het totaal verschillende karakters. Vegter heeft, bijvoorbeeld, een zeer Nederlands gevoel voor humor.
Wat stijl en uitwerking betreft denk ik dat er meer verschillen dan overeenkomsten zijn met Mankell. Hij is veel wijdlopiger, waar ik probeer zo sober mogelijk te schrijven. Wat ik in hem bewonder is de complexiteit van het beeld dat hij schetst, al had dat van mij dus beknopter gemogen, de sfeertekening en het uitzetten van de diverse lijnen, die hij altijd feilloos bij elkaar weet te brengen.

U zei in een kort geleden gepubliceerd interview dat het u opvalt dat er in zo’n snel tempo door de lezer wordt geconsumeerd. “Een auteur denkt na over elke zin, wikt en weegt eindeloos. Soms bekruipt me de gedachte dat veel lezers vooral haastig onderweg zijn naar het volgende boek, te weinig tijd nemen om te herkauwen.” Waaruit vindt u dat blijken? Werkt het demotiverend op het wik en weegproces dat u als schrijver doormaakt dat de lezer te weinig tijd neemt om te ‘herkauwen’?
In datzelfde interview zei ik dat de haast van de lezer mij nooit het genoegen van het wikken en wegen zou ontnemen. Schrijven is een egoïstische bezigheid: in eerste instantie schrijf je altijd voor jezelf. Dat betekent dat jij waarschijnlijk ook degene bent die het meest geniet van een mooie zin of een geslaagd hoofdstuk. Dat is kortstondig geluk, het besef dat dit is waar schrijven om draait. Van hoofdstuk 24 van Koude lente lag ik een nachtlang wakker van pure blijdschap, waarna ik prompt vier dagen vastliep.
Dit klinkt alsof de lezer er niet toe doet, terwijl dat natuurlijk wel zo is. Maar altijd in tweede instantie. Voor mij is die tweetrapsraket noodzakelijk, omdat ik anders mezelf zou verliezen, een broodschrijver worden.
De haast van de lezer valt me juist op, akelig genoeg, op de boekensites. Heel veel berichten daarop bevatten niet meer dan de mededeling dat een boek is uitgelezen, lekker weglas, en men inmiddels is begonnen aan een nieuw. Zelf heb ik altijd even tijd nodig om een boek te laten bezinken. Sinds ik schrijf, ben ik me er veel meer van bewust geworden hoeveel energie en tijd een auteur steekt in zijn boek, en, als het goed is, integriteit. Het klinkt walgelijk braaf, ik weet het, maar het heeft gemaakt dat ik aandachtiger lees.

U hebt grote bewondering voor de Zweedse auteur Inger Frimansson, het is geen publiekelijk geheim dat u ook veel met haar correspondeert. Waarom spreken haar boeken u zo aan? Zijn er elementen in haar boeken die u gebruikt voor uw eigen werk en zo ja welke?
Ik heb altijd gehouden van Scandinavische thrillers; de eenzelvigheid van de personages, het onvermogen om contact te leggen, de onderkoelde humor, de landschapsbeschrijvingen, het besef van de eindigheid en het absurde van het bestaan. Al die elementen verweeft Inger Frimansson in haar boeken, en daarnaast ziet ze kans een onderhuidse spanning op te bouwen die je bij de strot grijpt. Uiteraard probeer ik niet haar te imiteren, maar haar ingrediënten zijn, hopelijk, ook de mijne.

Heeft Inger Frimansson ook boeken van u gelezen? En zo ja wat vond ze ervan?
Helaas kan zij geen Nederlands lezen. Wel heb ik wat pagina’s van De stille zonde laten vertalen, en ze kent de plot van beide boeken, die ze gelukkig zeer waardeert. En, wie weet, verschijnt er ooit een Zweedse vertaling. Vanwege die intensieve correspondentie probeer ik me het Zweeds eigen te maken, en na wat kinderboeken lees ik nu, met enige moeite, haar nieuwste boek. Het zou heerlijk zijn als het omgekeerde ook het geval zou kunnen zijn.

Uw hoofdpersonage Paul Vegter is nog lang niet uitgegroeid. Er zijn nog genoeg items opengelaten na dit boek? Komt er weer een boek met Paul Vegter in de hoofdrol?
Ik hoop zeker meer boeken met Paul Vegter in de hoofdrol te schrijven, en natuurlijk heb ik tijdens het schrijven van De stille zonde en Koude lente daarmee rekening gehouden. Na de dood van zijn vrouw bevindt hij zich in een soort vacuüm, wat mij talloze mogelijkheden biedt. Niets ligt nog vast.

Kunnen we ook nog een jeugdboek verwachten binnenkort? En zo ja waar gaat het over?
Op dit moment probeer ik een jeugdboek te schrijven. “Probeer” omdat het autobiografisch is, wat het moeilijkste blijkt te zijn dat ik ooit heb gedaan. Ik hoop dat het lukt, het is een zware bevalling.

Welk boek ligt er nu op uw nachtkastje?
Daar liggen nu End in tears, de nieuwste van Ruth Rendell, What came before he shot her van Elizabeth George en Ligga som ett O van Inger Frimansson.

Jürgen Joosten, www.ezzulia.nl 15-12-'07